Het was in het jaar 2(0)16 BC dat de Romeinen aangevoerd door legerleider Paulius Regerius op strooptocht gingen in het landelijk gelegen Pisa. Daar trad het legioen der Slachthuizers aan tegen de Scheven Torens, die al bijna op omvallen stonden. Het was Julius Paulio zelf die aan het eerst front dapper strijd leverde, ondanks zijn gebrek aan nachtrust de avonden ervoor. En anders dan tegen Brittania was er geen theepauze ingelast halverwege de battle. Grote pullen bier lonkten en het was erop of eronder. Zeg pullen bier en je weet dat Brigadier Rijnkio Basio als eerste klaar is. Na een benauwde opening werden de paarden uitgespannen en de strijdwagens geneutraliseerd. Draw your gun werd draw your beer en het eerste halfje was binnen. De kleine maar dappere David speelde slechts tegen een spruitje van een Goliathus, en twee keer slingeren was genoeg om deze jongeling in het stof te doen bijten. Een waarlijk geniale aanval die korte metten maakte met de beperkte ambities van het voetvolk. Pisa lag aan Roma’s voeten… Julius Paulio had een kleine ‘strijder’ in de strijd geworpen voor een omsingeling van de overige troepen. Dat leidde tot een mis-en-place waarin beiden niet veel konden bewegen. Met een ferme handdruk werden de coulissen opgezocht, in afwachting van de verdere slachting. Onze oud KNIL-strijder en Centurion Raymundo Liemius vocht gretig en krachtig als een echte Romeinse Veldheer, dus zonder dames… Die strijd tussen de mannenbroeders deed flink wat bloed vloeien over de akkers, maar er kwam geen winnaar uit. Beiden hingen uiteindelijk dodelijk vermoeid in de touwen en ook hier werden de wapenen gedeeld. Een lichte voorsprong halverwege, maar nog niet het destructieve geweld dat we graag zien in een beetje ‘Bello’. Dat kwam helaas van de tegenpartij, waar de opponent van Haroldus de Metselarius dwars door het slappe bakstenen muurtje heen brak dat Haroldus gemetselarust had. Van vrouw en kind verlaten moest hij het hoofd in de schoot leggen, waarna de Pisangenaren nota bene op gelijke hoogte kwamen. Dat liet onze fourageur en herbergenier Regilius Brouwerius niet op zich zitten. Nadat hij de hele avond had moeten wachten tot de bestellingen doorkwamen, gooide hij met een zwierige zwaai alle potten en pannen op het bord, waarna zijn klantje stikte in de hete pepers en de hoge stemgembers. Toch weer een voorsprongetje genomen! Onze Marconist, die slechts af en toe even weg kon van zijn Bakkie, mocht duelleren tegen de senior der Pisanen, Paus Paulus Dekkerius, plaatselijk ook bekend van een Plopulair kinderprogramma op TV. Meedogenloos als Marconius is drukte hij zijn tegenstander steeds verder het bos in. Onderweg pakte hij alle broodkruimels af en allengs ging het richting oppeuzelen van de kaboutertjes. Maar… Even niet opgelet en daar schiet de vlugge Pisaan het dichte bos in, waarna onze Marconist zich moet schikken in een vredig einde. Hiermee bezorgt hij de Romeinen weliswaar een zeker matchpunt, maar de overwinning liet nog even op zich wachten. Het was onze import soldaat uit het Vreemdelingen Legioen, de Legionaris Amirius Tirandariuz, die juist op tijd wakker was geworden om zijn niet zo sterke tegenstander eens stevig aan de tand te voelen. Dat vond Amirius zo leuk, dat hij dit spelletje tot de laatste seconde toe volhield. Telkens leek hij te verliezen op tijd, om vervolgens uit het niets een aanval te plegen en de schroeven rond de duimen aan te draaien. Deze gemene streek overleefde zijn tegenstander niet, waarna het hoorngeschal kon losbarsten. Met een duidelijke 5-3 overwinning werd de Scheve Toren gesloopt en terecht gezet. Lallend en zingend trokken de Romeinen door de akkers om hun vreugde te laten gelden. En het bleef nog lang onrustig in het clubhuis in het Capitool Haganum…
‘Wat een dag, tis twee uur ‘s nachts,
Het Schaakhuis viert nog feest!
Ze zijn op strooptocht uit geweest
En hebben de winst mee terug gebracht.
Wind en regen deden zich gelden;
En zij geselden de velden,
Wie daar was, die was een stakker,
Vandaar die naam? Ja, Ja, Pijnakker…